Doenrade

De kern van Doenrade is ontstaan langs de oude verbindings- en handelsweg vanuit Duitsland via het plateau richting Maastricht. De oudst bekende naam van Doenrade luidt overigens Dudenrode, een naam die voorkomt in een akte uit 1170. Waarschijnlijk was er echter al langer bewoning in het gebied. Er zijn scherven gevonden die volgens archeologen wijzen op een begraafplaats uit de Frankische tijd.
Beeldbepalend voor de Kerkstraat in Doenrade is de gesloten lintbebouwing met het bijbehorend ritme van poortbogen van huizen en boerderijen. Medebepalend voor het karakter van deze straat is het pleisterwerk op de gevels en de stuclijsten langs deuren en ramen. Deze trend ontstond aan het begin van de twintigste eeuw en diende als verfraaiing en als versieringselement.
Doenrade was overwegend een agrarisch dorp, maar het stond ook bekend om zijn kleermakers.
De achtererven van de woningen en veelal carré-boerderijen zijn ook bereikbaar via twee parallelwegen. De kerk, de pastorie en het Warblinghuis, allen gebouwd in neo-gotische-stijl rond 1870 onder architect Bolsius (tijdgenoot en leerling van Cuypers), vormen een aparte groep in deze kern.
Het kasteel Doenrade (ook wel Doonderhuuske genoemd) en de daarbij gelegen behuizingen vormen een op zichzelf staande groep. Het oudste deel van dit kasteel is het ranke, vierkante torentje bij de ingang. De overige bouwwerken zijn ontstaan tijdens verbouwingen in de zeventiende en achttiende eeuw. Toch is het een kasteel geweest dat met slotgrachten en ophaalbruggen omringd was.

Kadasterkaarten